rust
Gepubliceerd op
Ze is er nu voor de derde keer. Na een ziekbed van ruim vijf jaar is haar man nu twee maanden geleden overleden. Ze slaapt slecht, heeft tintelingen in armen en benen, voelt spanning en heeft buikpijn.
Ik vraag hoe ze zich vandaag voelt. ‘Wel fijn weekend met vriendinnen gehad. De thuiskomst valt dan zo tegen.’ Ik vraag waar ze dat voelt in haar lijf. ‘Vooral mijn baarmoeder’; zegt ze. ‘Ik word daar zelfs wakker van. En mijn armen tintelen nog af en toe.’ Ik zeg;’ die tintelingen zou ook kunnen dat er misschien een fysiotherapeut of chiropractor naar kan kijken.’
En ik nodig haar uit op de tafel. Ze gaat zitten en ik zie haar denken welke kant wil ik eigenlijk eerst behandeld? Ze gaat toch op haar buik liggen. Ik begin bij haar onderrug deze voelt wat kouder. Met warme handen, aandacht en een cupje ( een attribuut dat vacuüm zuigt en dan de huidlagen wat ruimte geeft)
Ik kom bij haar QL een spier aan de lumbale wervels. Ondertussen vertel ik nog wat over het verloop van de psoas spier. De oefening voor thuis heeft ze gedaan en voelde fijn voor haar onderrug vertelde ze.
Haar hele rug en armen, nek en schouders weer wat losser gemasseerd en ik vraag haar om te draaien. Met aandacht en twee handen in haar nek vraag ik te voelen. ‘Erg gespannen’, zegt ze. ‘Ik wil graag bewegen.’ En ik behandel haar hoofd en beweeg deze van links naar rechts.
Ik behandel de voorkant van haar nek, haar hals en langzaam voel ik de warmte binnenstromen. Weer twee handen in haar nek en voelen, de spanning is weg maar nu vraagt de zijkant van haar hoofd wat aandacht. Mijn handen houden liefdevol haar hoofd vast. En met een visualisatie van een bedding van de rivier, voel ik haar hele lijf ontspannen. En wat lichte schokjes. Wat mooi, ze laat los.
Na een tijdje laat ik voorzichtig haar hoofd los en beweeg me richting haar buik. Ik vraag toestemming om mijn hand op haar baarmoeder te leggen en ik vertel, voel maar de warmte.
‘Wat kan het daar leeg voelen hè’, zeg ik zachtjes en de tranen komen en stromen. Wat fijn het mag gaan stromen. Een wat diepere zucht…
Ik voel rust en ook wat vertrouwen. Ik vraag haar; ‘wat voel je nu?’
‘Rust.’
We sluiten in rust af. Ik bedank haar voor haar vertrouwen. En benoem dat ze hard heeft gewerkt. Dit beaamt ze. Ze vond het heel fijn. Bij de deur een knuffel, ik kon het niet laten.