Troost

Gepubliceerd op

Huilend kwam ze aangehinkt, mijn toen zevenjarige dochter. ‘Bloed!’ riep ze, en toen ze zag dat haar driejarig broertje haar richting uit kwam waggelen op zijn peuterpootjes begon ze met gierende uithalen te snikken. ‘Niels! bibberde ze, ‘Niels, ik heb bloéd!!’ 

Als moeder heb je vaak maar een fractie van een seconde nodig om de ernst van dit soort situaties te beoordelen. Ik schatte het weliswaar niet in op gillende sirenes, maar wel op een minuut of tien stevig troostwerk. Iets ergers dan bloed bestond er niet voor mijn meisje.

Ik liep naar buiten, maar mijn zoontje had zich al over haar ontfermd. Naast elkaar zaten ze op de stoeprand voor ons huis. Hij had zijn arm om haar heengeslagen. Zij schokschouderde nog na van schrik en leek hem te vertellen over de valpartij. Ze wees op de knie van haar grijsgestreepte Hema-maillotje en hij zat rustig te wachten. Soms keek hij haar even aan zonder al teveel te zeggen en zo te zien was dat precies goed. Af en toe nam ze rillend een flinke ademteug en langzaam kwam haar lijfje weer tot rust. Vervolgens inspecteerden ze samen het gat in de maillot en het schaafwondje daaronder.

Hier moest ik aan denken toen ik bovenstaande foto zag. Twee apen die elkaar lijken te troosten.Troost; het vermogen en de bereidheid om bij een ander te zijn zonder dat er iets veranderd hoeft te worden. Stil bij elkaar, woordloos verbonden.

Hoewel het vermogen tot troosten kennelijk is aangeboren – en dit geeft hoop voor de mensheid – vinden we het niet altijd makkelijk om het verdriet van een ander te verduren. Een snoepje voor een verdrietig kind, het haastige zoeken naar een zakdoek als iemand gaat huilen, het onbeholpen schouderkloppen van mannen onder elkaar als ze geconfronteerd worden met elkanders verdriet. Het ziet eruit als troost en ik weet zeker dat het ook zo is bedoeld. Maar wat ik óók denk is dat het een manier is om het verdriet van de ander niet te hoeven zien, een poging om tranen te laten stoppen; we willen iets doen om ons eigen onvermogen niet te hoeven voelen. 

Maar juist in het verdragen, of beter nog in het even sámen dragen van verdriet, zit de kracht van troost. Het zit hem in het aanwezig zijn en in de zachte aandacht. En dat moment vind ik zo mooi gevangen in deze foto.

Met mijn dochtertje is het diezelfde avond nog helemaal goed gekomen nadat ze urenlang met kleding en al in bad heeft gezeten met als doel het losweken van de maillot die aan het piepkleine wondje plakte. Dat leek haar de allerbeste oplossing.

Haar broertje stak af en toe zijn hoofd om de deur om te kijken of het nog goed ging. Uiteindelijk vond hij het welletjes. Want troosten was leuk, maar er moest ook nog een beetje met auto’s worden gespeeld.

Bianca de Kat – Heemstede
www.biancadekat.nl

Deel dit blog