Haarlem
Minke Flach
Mijn handen zijn mijn instrument. Altijd al geweest. Als kind was ik dol op handwerken. Een opleiding aan de modeacademie, een loopbaan in de mode- en tijdschriftenwereld volgde. Tot het rond mijn 50e begon te knagen. Terwijl het in de wereld om me heen steeds meer leek te gaan om alles wat hip & happening was, stond ik in mijn privéleven voor een aantal pittige uitdagingen. Het roer ging om en ik volg de ITIP Opleiding voor persoonlijke ontwikkeling en toegepaste spiritualiteit en ontdek dat ik weer met mijn handen wil werken, én met mensen. Het werd massagetherapie.
Ik dacht dat ik geen rouw kende. Met het grootste gemak stapte ik over ingrijpende levensgebeurtenissen heen, zoals veel te vroege verlies van mijn geliefde vader, mijn eerste keer borstkanker en mijn scheiding. Verlies hoort bij het leven. Niet te lang bij stilstaan. Zo ben ik opgevoed. Inmiddels weet ik beter. Ik gun mezelf om te vertragen, om wel stil te staan, te voelen en te erkennen.
Toen mijn dochter op haar 23e een goede vriendin verloor aan suïcide, heb ik voor het eerst de heftige pijn van rouw in de ogen gekeken. Een zelfgekozen dood verwerken. Hoe doe je dat? Eerst was er ongeloof, toen verslagenheid, intens verdriet, tranen, heel veel tranen, onbegrip en toch ook weer niet, verwarring… Ze heeft twee weken bij mij op de bank gelegen, voor zich uit starend. Nauwelijks iets kunnen eten of drinken. En ik? Ik heb naast haar gezeten, zoekend naar woorden, die ik niet had. Want wat zeg je in zo’n situatie? Maar juist die stille aanwezigheid, met af en toe een zachte aanraking van een hand op haar hand, vertelde ze me later, het ‘er zijn’, heeft haar door deze eerste fase heen geholpen.
Rouwen is verdriet ‘om niet’
Zo kwam rouw op mijn pad en naarmate ik me er meer in ging verdiepen viel me op dat veel verlieservaringen gepaard gaan met rouw. En dat dit lang niet altijd een duidelijk aanwijsbare gebeurtenis hoeft te zijn. Dit diffuse verlies is vaak een gevolg van iets anders, en niet altijd herkenbaar als een verlieservaring. Het brengt ook een meer sluimerend gevoel van rouw met zich mee. Neem alleen al het proces van ouder worden, het moment dat je beseft dat je jeugd voorbij is. Normaal gesproken hebben we voldoende veerkracht om hiermee om te gaan. Maar als tegenslagen zich opstapelen, als je niet weet hoe je verder moet of als je autonomie in de verdrukking komt, krijg je met rouw te maken. Ik noem rouwen dan ook: Verdriet ‘om niet’. Omdat er iets wegvalt, iets of iemand er niet (meer) is, of omdat je niet je hart hebt gevolgd, omdat je door ziekte niet meer de oude wordt.
Mijn praktijk
Het liefst drukken we dat wat we niet willen, weg. Maar rouw laat zich niet wegdrukken. Het lichaam resoneert mee met wat je doormaakt. Het lichaam rouwt dus altijd mee. Rouw kan je zo overspoelen, dat de balans tussen lichaam en geest verstoord raakt. Hierdoor herken je niet altijd de signalen die je lichaam geeft. Via aanraking help ik je verbinding te maken met die plekken waar emoties, herinneringen en soms ook antwoorden liggen opgeslagen. In mijn begeleiding stem ik af op waar jij bent in je proces en nodig ik je via mijn handen uit om contact te maken met datgene wat zo kwetsbaar is, zodat je in jezelf kunt landen en de pijn kunt dragen. In mijn beleving opent aanraking het pad naar je gevoelsleven en een ‘innerlijk weten’, waarmee je weer verder kunt.
Bij jou ervaar ik grote zorgvuldigheid, zuiverheid en oprechte interesse in wat er leeft in mij