Al pratend komt ze met de koffiekopjes de keuken uitgelopen.
Ik zit, zoals altijd aan de grote tafel. Dit is ons vaste ritueel op de maandagochtend, samen koffiedrinken.
Ze vertelt over haar weekend en ik kijk hoe ze ondertussen de glazen koekschaal pakt.
Ik volg haar bewegingen, ze zijn wat stram. Haar grijze haar netjes gekamd, steeds witter wordend, of is het het licht vraag ik me af?
Haar gezicht, zacht, gerimpeld, een leven van ervaringen zichtbaar. Het raakt me, ineens. Ik slik.
Ze vraagt me of ik een koekje wil. Die lekkere, weet je wel, bij de bakker gehaald.
Ik knik en pak een koekje uit de schaal.
Ik herinner me die schaal nog goed: hoe vaak heb ik daar niet stiekem een extra koekje uit gehaald als kind?
Ik zie zo mijn ouderlijk huis voor me, de woonkamer, het dressoir en daarin de glazen koekschaal.
Mijn moeder en ik als jong meisje, samen zittend aan de grote tafel. Mijn moeder, die in mijn beleving altijd al grijs is geweest.
Een fijn gevoel van altijd komt omhoog. Altijd mijn moeder, ze is er altijd.
Er komt een tijd dat ze er niet meer is. Ik probeer die stem te negeren, mijn gedachtes een andere kant op te bewegen. Maar het fijne altijd gevoel is weg. Ik voel tranen opborrelen en een zwaar gevoel op mijn borst. Misselijk, echt misselijk.
Wil je nog een bakkie? Mijn gedachtes flarden door de ruimte, ja graag mam.
“Waar zit je toch met je gedachten?” vraagt ze.
Ik voel dat het gezegd mag worden, dat ik dit grote gevoel in mij wil delen.
Een paar enkele tranen rollen over mijn wangen als ik haar vertel over de glazen koekschaal, mijn gevoel van haar er altijd zijn, en dat mijn hart het bijna niet kan verdragen als ik me voorstel dat ze er op een dag niet meer is.
Lange tijd kijkt ze me aan met haar mooie, wijze gerimpelde ogen. Ik voel de verbinding.
Zacht zegt ze: maar toch gaat het gebeuren lieverd.

In het erkennen van gemis, hervind je de rijkdom van je wezen is een zin (*Hans Knibbe) op een ansichtkaart, die jarenlang in een lijst op mijn slaapkamer hing. Ik kreeg de kaart van een dierbare vriendin, niet zo lang na het plotselinge overlijden van mijn man. Het werd mijn reminder als het missen te groot was en de pijn onverdraaglijk. Er ging een haast kalmerende werking uit van deze zin. Hij bracht me telkens het besef dat ik er gewoon bij mocht zijn, bij dat onmetelijke missen.
Er waren eerlijk gezegd ook momenten dat de hele zin me gestolen kon worden. Dat ik het lijstje aan de muur keihard stuk wilde gooien op de grond. Hoezo rijkdom van mijn wezen? ‘Ik ben zo boos, ik wil dat je er nu weer bent, ik kan niet zonder je, mijn wezen is niet rijk maar leeg.’
En toch…. Steeds opnieuw kon ik ook de schoonheid en de waarheid weer binnen laten komen: In het erkennen van gemis, hervind je de rijkdom van je wezen. De zin ging zo jaren met me mee, al wandelend door mijn eigen rouwlandschap. Samen op weg, elke keer weer iets anders rakend. Van verloren naar stilstaan, naar wanhoop, naar woede, naar eenzaamheid, naar hoop, naar weemoed, naar herinnering, naar heimwee. En daar doorheen telkens weer het missen. En de liefde.
Inmiddels ben ik op het punt beland dat ik het gemis volledig kan omarmen. Het is iets dat bij me hoort, iets dat ik koester. Het is er op bewust niveau niet meer dagelijks, soms zelfs hele periodes niet. Maar als een stroom in mij is het er altijd. Gewoon omdat mijn man bij me hoort. Omdat ik hem elke dag terugzie in onze dochter. Ja, het gemis zou ik nooit meer willen missen. Het is nu ook niet meer gevuld met de pijn, de tranen en het verlangen van toen. Heel soms nog wel, dan vlamt het even op. Maar eigenlijk is het nu gewoon een zacht gevoel van aanwezigheid in mij. Hij hoort er nog bij. Voor altijd.
De kaart gaf ik onlangs door aan een kersverse weduwe die me dierbaar is. Ik hoop dat hij steunend met haar mee gaat reizen. Ik heb hem niet meer nodig. Het verlies van mijn lief heeft me uiteindelijk heel dicht bij mezelf gebracht. Ik ben er misschien wel een rijker mens van geworden. Hoe graag had ik dat met hem gedeeld.

Melanique Bruggink – Nieuwegein
www.brugginkmassage.nl
Ze komt in mijn praktijk met een groot verlies. De zwangerschap van haar zó gewenste kindje is met 20 weken afgebroken. Het kindje waar ze naar had uitgekeken, dat ze al voelde bewegen en die een bevestiging was van de grote liefde tussen haar en haar vriend. Haar kindje had een afwijking die niet met het leven verenigbaar was.
In onze eerste ontmoeting maakt ze mij deelgenoot van dit verdrietige verhaal en vertelt ze me hoe alles is verlopen, de keuzes die ze in dit proces heeft moeten maken en hoe ze steeds verbonden is geweest het haar kindje. In iedere stap in het verdrietige verhaal stonden het kindje en haar belang voorop. Tegenover mij zit een krachtige en verdrietige moeder van een dood kindje.
Bij de tweede sessie, die een maand na de miskraam plaatsvindt, vertelt ze dat er steeds een gevoel van schrap zetten in haar voelbaar is. Bij elke stap in de buitenwereld moet zij zich intern een beetje wapenen. De wereld draait door, maar hoe doet zij dat met haar grote verdriet en gemis?
Op de massagetafel is dit voelbaar. Ik masseer haar heel zacht en met veel aandacht. Mijn innerlijk beeld is het verzorgen van een gewonde vrouw, met zachte balsem.
Zij kan zich langzaam ontspannen, het is te voelen voor mij, haar buik begint te borrelen en haar adem vertraagt.
Na afloop, ze ligt nog op de tafel, komt er een grote huilbui los. Ik zit stil naast haar, mijn hand op haar schouder, ruimte gevend en niets verstorend. Het huilen wordt stiller.
Ze kijkt me aan en vertelt dat ze net iets belangrijks heeft ervaren. ‘Ik merkte dat mijn hele lijf zich schrap zette, toen ik begon te huilen, mijn schouders trokken zich op. Toen kon ik mezelf heel bewust verzachten en ontspannen en nu voel ik zo’n opluchting! Alsof er hier een sleutel in zit in hoe ik me niet zo hoef te wapenen.’
Ik verwonder me, wat een kracht er toch zit in zachtheid en aanraking. Ik verwonder me over de kracht van moederliefde.

Corinne de Graaf – Amsterdam
www.rouwenmetcompassie.nl
Huilend kwam ze aangehinkt, mijn toen zevenjarige dochter. ‘Bloed!’ riep ze, en toen ze zag dat haar driejarig broertje haar richting uit kwam waggelen op zijn peuterpootjes begon ze met gierende uithalen te snikken. ‘Niels! bibberde ze, ‘Niels, ik heb bloéd!!’
Als moeder heb je vaak maar een fractie van een seconde nodig om de ernst van dit soort situaties te beoordelen. Ik schatte het weliswaar niet in op gillende sirenes, maar wel op een minuut of tien stevig troostwerk. Iets ergers dan bloed bestond er niet voor mijn meisje.
Ik liep naar buiten, maar mijn zoontje had zich al over haar ontfermd. Naast elkaar zaten ze op de stoeprand voor ons huis. Hij had zijn arm om haar heengeslagen. Zij schokschouderde nog na van schrik en leek hem te vertellen over de valpartij. Ze wees op de knie van haar grijsgestreepte Hema-maillotje en hij zat rustig te wachten. Soms keek hij haar even aan zonder al teveel te zeggen en zo te zien was dat precies goed. Af en toe nam ze rillend een flinke ademteug en langzaam kwam haar lijfje weer tot rust. Vervolgens inspecteerden ze samen het gat in de maillot en het schaafwondje daaronder.
Hier moest ik aan denken toen ik bovenstaande foto zag. Twee apen die elkaar lijken te troosten.Troost; het vermogen en de bereidheid om bij een ander te zijn zonder dat er iets veranderd hoeft te worden. Stil bij elkaar, woordloos verbonden.
Hoewel het vermogen tot troosten kennelijk is aangeboren – en dit geeft hoop voor de mensheid – vinden we het niet altijd makkelijk om het verdriet van een ander te verduren. Een snoepje voor een verdrietig kind, het haastige zoeken naar een zakdoek als iemand gaat huilen, het onbeholpen schouderkloppen van mannen onder elkaar als ze geconfronteerd worden met elkanders verdriet. Het ziet eruit als troost en ik weet zeker dat het ook zo is bedoeld. Maar wat ik óók denk is dat het een manier is om het verdriet van de ander niet te hoeven zien, een poging om tranen te laten stoppen; we willen iets doen om ons eigen onvermogen niet te hoeven voelen.
Maar juist in het verdragen, of beter nog in het even sámen dragen van verdriet, zit de kracht van troost. Het zit hem in het aanwezig zijn en in de zachte aandacht. En dat moment vind ik zo mooi gevangen in deze foto.
Met mijn dochtertje is het diezelfde avond nog helemaal goed gekomen nadat ze urenlang met kleding en al in bad heeft gezeten met als doel het losweken van de maillot die aan het piepkleine wondje plakte. Dat leek haar de allerbeste oplossing.
Haar broertje stak af en toe zijn hoofd om de deur om te kijken of het nog goed ging. Uiteindelijk vond hij het welletjes. Want troosten was leuk, maar er moest ook nog een beetje met auto’s worden gespeeld.

Bianca de Kat – Heemstede
www.biancadekat.nl
Mag ik huilen om jou? Jij was mijn eerste grote liefde. Wat hield ik veel van jou. We vonden een plek om samen te wonen en trouwden. Maar na een aantal jaren maakte ik de moeilijke keuze om onze relatie te verbreken. Jij was wanhopig en gaf aan dat je alleen door kon gaan met jouw leven als je alle contact met mij verbrak. Je verhuisde zonder me te vertellen waarnaartoe. Dat is nu 21 jaar geleden. Ik heb je nooit meer gezien of gesproken. Het heeft me veel verdriet gebracht, ook al bouwde ik een nieuw leven op.
Jouw overlijdensbericht viel rauw op mijn dak. De woorden ‘moegestreden’ en ‘zelfgekozen’ lieten mij iets voelen dat ik bijna niet kon verdragen. Het was zwaar en drukkend en benam me de adem. Toen kwamen de tranen. Het was alsof de tijd werd teruggedraaid. Terug naar toen. Ik had zoveel vragen. Wat was er in jouw leven gebeurd? Was je gelukkig geweest? Dacht je nog wel eens aan mij? Er kwamen oude gevoelens omhoog. Het gevoel mezelf kwijtgeraakt te zijn, het schuldgevoel over mijn keuze om weg te gaan, het verdriet om jou zo achter te laten, de angst dat je jezelf en mij iets aan zou doen en de liefde, die er ook nog was. Mijn hoofd duizelde. Wat verlangde ik naar steun op dat moment. Ik zocht naar een schouder om mijn hoofd op te leggen en geruststelling. Iemand die me zou vertellen dat het oké was om te voelen wat ik voelde.
Er volgde een eenzame en verdrietige periode. De crematie was al geweest, er was geen mogelijkheid meer om afscheid te nemen van jou. Ik had zo gehoopt op een ontmoeting met jouw familie, maar ontving geen reactie op mijn berichten. Mijn gezin wist weinig over dit stuk van mijn leven en had mij op dat moment hard nodig.
Stap voor stap lichtte ik de mensen in die jou gekend hebben. Sommige luisterden en leefden mee. Anderen vonden het vreemd dat ik me na 21 jaar verdrietig en verward voelde, het was toch al zo lang geleden? Ik maakte toch geen deel meer uit van jouw leven? Ik was toch bij jou weggegaan?
Ik bekeek oude foto’s, draaide onze muziek. Heel veel middagen zat ik in mijn praktijk in een tijdloze ruimte, gevuld met onze geschiedenis. De tranen verzachtten mijn lijf, mijn hoofd kwam tot rust. Ik voelde dat ik compassie mocht hebben met mezelf. Dat ik recht moest doen aan mijn gevoel, en hiervoor de tijd had te nemen. Ik deed iets wat voor mij niet gemakkelijk was. Ik vroeg mijn gezin me te helpen. Mijn man kwam eerder van zijn werk naar huis, nam vrij om gezinsafspraken van mij over te nemen. Mijn zoon ging twee keer per week koken, mijn dochter bood heel lief aan met mij te gaan shoppen….
Het is nu een half jaar later. Ik voel mij rustiger, gesteund, lichter. Ik besef dat onze liefde deel van me zal blijven uitmaken, ook al ben je er nu niet meer. Ja, ik mag om jou huilen, mijn eerste lief voor altijd!

Brenda van Rijn – Breukelen
www.omjou.nu
In 2018 heb ik de opleiding lichaamsgerichte begeleiding bij rouw afgerond.
We hebben onder andere geleerd dat enorme schrik heel erg voelbaar is in je lichaam. En dat een heftige schrikervaring in je lichaam vast kan gaan zitten. Dat je soms zo maar weer helemaal in die heftige schrikreactie kan zitten, dat je verlamt, of juist heel boos wordt. Zo’n moment dat je wordt overspoeld en niet meer helemaal helder en rustig na kan denken. En soms is het ook maar goed dat we heel snel reageren, als we opzij moeten springen voor iets wat op ons afkomt.
Maar soms belemmert het ons juist. Kunnen we niet meer goed reageren op een ander, omdat we zo gevangen zitten in de schrik. En daar kunnen we vaak zo weinig aan doen.
In de opleiding hebben we geleerd hoe we het lichaam dan kunnen kalmeren of een opening kunnen genereren, zodat er nog iets meer is dan alleen maar de schrik, de paniek, de spanning.
Ik heb daar een gedicht over geschreven en een foto bij gezocht van mijn neef Tom de Groot.
Op slot gaan,
door paniek
door de zwaarte van het verlies
de angst, het onvermogen
En dan… wat lucht krijgen
of iets van ruimte creëren
wat warmte toelaten
om het beter te kunnen dragen
het iets makkelijker kunnen verduren
al is het maar een zuchtje, een flardje

Charlotte Poland
Compassievolrouwen
‘Mag ik die ketting om?’ vraagt mijn dochter
Ik voel NEE
Nee, zij is te kostbaar
te belangrijk
deze ketting mag niet kwijtraken
mag niet kapot gaan
Ik voel al een paniek opkomen bij het idee
iets kwijtraken is zo definitief en onherstelbaar
maakt me zo wanhopig

Charlotte Poland
Compassievolrouwen
Ik heb haar niet meer gezien, niet meer gesproken. En nu ligt ze daar. We zouden nog over de ziel praten; wat er gebeurt met de ziel rondom en na het overlijden. Het gaf haar een toekomstperspectief in het afscheid nemen van haar leven hier. ‘Dan is de weg niet zo kaal en niet alleen maar wachten.’ Ze heeft me nog wel verteld over de invulling van haar herdenkingsdienst.
In haar ziekzijn heeft ze ook de hulp gezocht van een vriendin met wie zij de opleiding tot sjamaan heeft gevolgd. ‘Wil je voor mij een ritueel maken om dit ziekbed door te kunnen komen?’ Voordat dit ritueel werkelijkheid kon worden werd het verzoek omgebogen tot ‘Wil jij mijn afscheidsritueel vormgeven?’ En nu ligt ze hier in haar witte wilgentenen mand. Morgen nemen we afscheid van haar op de manier die haar kenmerkt.
Op de parkeerplaats van de natuurbegraafplaats kom ik haar man tegen. Hij zoekt een plek voor zijn auto. Hij is er net één voorbijgereden. Ik vraag of ik even met hem mee mag lopen. Hij vertelt dat hij een ingeving kreeg waardoor hij weer terug naar huis is gereden. Hij voelde de drang om haar sjamanen drum en trommelstok te halen. Waarom wist hij niet, maar hij gaf er wel gehoor aan.
Het is een stralende dag begin oktober; de grote deuren van de afscheidsruimte staan open en de natuur komt binnen. De gordijnen wapperen op de wind. De sjamanen vrouw opent het samenzijn. Zo nodigt ze eenieder uit om zich open te stellen voor de rituelen. Bij de meesten onbekend. De spirit van Moeder Aarde en van het Grote Mysterie openen de viering. In elke windrichting wordt de geest van die windrichting uitgenodigd om ons bij te staan. Na die uitnodiging is het aan ons om te laten weten dat we dit gehoord hebben door te antwoorden met ‘aye aye’. Zo weet zij dat het ontvangen is en ze door kan gaan in het ritueel. Na het eerste wat aarzelende ‘aye aye’ zijn de volgende bevestigende antwoorden luid en duidelijk.
Als het tijd is, wordt mijn vriendin op een kar geplaatst om zo naar haar rustplaats gebracht te worden. Wij lopen er langzaam achteraan, onder begeleiding van de sjamanen drums. Natuurlijk, ze heeft de mooiste plek uitgekozen! In het midden van een open plek, omzoomd door bomen en loofhout. Opnieuw wordt Moeder Aarde aangeroepen en gevraagd zich over haar dochter te ontfermen. Dán wordt het trommelvel van de drum verscheurd en de trommelstok gebroken. Haar man gooit het bij haar in het graf. En zo neem ik afscheid, hand in hand in een grote kring van bijna 100 mensen.
Ze heeft gevraagd het luchtig te houden. Daarom krijg ik bij het verlaten van die schitterende plek door de sjamaan een veer aangereikt. Met dit ritueel heeft mijn vriendin mij een gróót geschenk gegeven. Een geschenk voor het leven.
Daar ligt ze, mijn vriendin.

Anneke Wolters – Tilburg
https://annekewolters.nl
We zitten aan de keukentafel wat te kletsen, Esmee en ik. Zij met haar ontbijtje (alhoewel het bijna lunchtijd is) en ik met mijn tweede kop koffie. Ik pak het boekje dat voor me ligt op en blader wat door de tekeningen en gedichten. “Is dat voor in de praktijk?” vraagt ze. Ja, het is een bundel vol mooie gedichten over afscheid en verlies, voor jong en oud. Ik heb het pas gekocht omdat ik net de opleiding ‘Massagetherapie bij rouw en verlies’ heb afgesloten. Een mooi cadeau aan mezelf, en voor in mijn praktijk.
Willekeurig sla ik een bladzijde open. “Zal ik je voorlezen?” vraag ik. “Dit gedicht is geschreven voor Caroline, 14 jaar die denkt dat sterk zijn betekent dat je alles alleen moet oplossen. Maar als je verdriet binnen blijft, wordt het sterker dan jijzelf. Daar valt bijna niet tegenaan te vechten. Het heet Binnenste buiten.” Ze knikt, en ik begin te lezen. Maar al bij het derde vers voel ik dat mijn keel dichtknijpt, ik krijg het warm en tranen wellen op. “Dit gaat helemaal niet over Caroline, 14 jaar” zeg ik met een dikke keel. “Dit gaat over mij: Yvonne van 15 jaar.” En ik moet ineens een beetje huilen.
Toen ik 15 was en mijn moeder stierf, had ik het daar op school niet zo over. Ik liet niets merken, liet niets zien, want dan is het verschrikkelijke er niet meer… misschien. Ik hield me sterk, en sterk zijn stond voor mij aan niet huilen, verdriet niet laten zien. “Ah, Yvonne, nou moet ik ook huilen” zegt mijn stiefdochter. Met tranen en veel geslik, pauze en gehaper, lees ik door. “Het zijn tien verzen” snotter ik. “Dus dat gaat nog wel even duren zo” en ik lach door mijn tranen heen.
Van alle gedichten in de bundel kies ik er ‘toevallig’ direct eentje die me zo raakt. Van buiten was ik indertijd stoer en vrolijk, maar van binnen niet zo’n held. En ik voelde me vaak alleen met mijn verdriet.
“Hoe was dat eigenlijk voor jou vroeger op school?” vraag ik. Esmee verloor haar moeder 15 jaar geleden, toen ze zelf 5 jaar was. “Wat ik me vooral van school herinner” zegt ze, “is dat kinderen naar me toe kwamen en zeiden: Jouw moeder is toch dood? Dat vond ik zo hard binnenkomen. Voor die tijd was ik altijd vrolijk en gezellig aan het kletsen met iedereen, maar daarna werd ik stiller en zonderde me vaak af.”We kijken elkaar aan, vegen een traan weg en geven elkaar een dikke kus. Allebei hebben we op jonge leeftijd onze moeder verloren. En we hebben elkaar op ons pad gevonden. Wat fijn dat we nu bij elkaar troost kunnen zoeken. En wat zijn we een stel krachtige vrouwen die samen praten over hun gevoelens en deze ook laten zien.

Yvonne Brekelmans
Misschien had ik het niet moeten doen; een vriendin meenemen naar het strand. De relatie met mijn vriend was over en ik miste hem. De zee, het strand en de duinen waar ik normaal de rust en ruimte vond, vulde zich op deze warme zomerse dag met spelende kinderen en mensen die genoten van de zon. Al lopend met de bolderkar op weg naar het strandhuis overviel mij het gevoel van alleen zijn. Terwijl de vriendin zichtbaar genoot van het strandgebeuren, voelde ik mij steeds verdrietiger worden. Bij het strandhuis aangekomen de spullen neergezet, het eten voor de avond in de koelkast gestopt en de strandstoelen uitgeklapt. Al zittend met mijn voeten in het warme zand lukte het mij niet om gezellig te doen. Gelukkig ging deze dag ook weer voorbij en met het ondergaan van de zon kwam de rust.

Marja Welboren – Blaricum
‘Hoe om te gaan met het opruimen van de spullen van uw dierbare?’ De titel van het artikel op mijn scherm staart mij aan. Het staat me tegen, dat ook voor dit pijnlijke proces weer tips en trucs worden verzonnen. Mijn gedachten gaan terug naar het moment waarop ik de kledingkast van mijn man opruimde, ik geloof zo’n drie maanden na zijn dood. Ik trok het niet meer om elke dag geconfronteerd te worden met zijn helft in de kast. De mouwen van zijn hemden, die door het lichtgroene gematteerde glas van de deur schemerden.
Ik was moe en boos. Huilend besloot ik dat het misschien zou helpen de kleding op te ruimen. Ik liet alles door mijn handen gaan. Niet rustig, maar haastig en ongedurig.
Eén overhemd (mijn absolute lievelings, dan vond ik hem het mooist), één trui (oud, maar samen gekocht op ons eerste heerlijke weekendje weg) en één t- shirt (met de opdruk: Het is moeilijk bescheiden te blijven, wanneer je zo goed bent als ik) hield ik apart. Oh ja, en natuurlijk zijn trouwpak, ook bewaard. De rest propte ik opgefokt in tassen en bracht ik direct weg naar de kringloopwinkel.
Later begon ik te twijfelen. Had ik hier zo overhaast wel goed aan gedaan? Zelfs nu, negen jaar later, gaat het nog wel eens door me heen. Ik las laatst bijvoorbeeld over een herinneringsdeken van stukjes kledingstof.
Mijn actie toen ging over onmacht en verzet, mijn behoefte om te ordenen wat niet te ordenen was. Maar ook over de waarheid onder ogen zien. Ik moest zonder hem verder en de aanwezigheid van zijn kleding hielp me niet bij dat proces. Naast het grote verdriet zat er een enorme drive in mij om verder te gaan. Ik wilde mijn dochter hoe dan ook een fijn leven geven. Het feit dat mijn man zelf niet veel om kleding gaf, heeft waarschijnlijk ook geholpen bij mijn resolute opruimdrang.
Het is zo persoonlijk hoe mensen hiermee omgaan. Op de site ‘alleen over’ kwam ik indertijd het verhaal tegen van een vrouw die het aangebroken pakje sigaretten van haar lief drie jaar na zijn overlijden nog steeds op het tafeltje naast de bank had liggen, waar hij het achterliet. Ze stofte het zelfs af. Ze schreef over haar onvermogen juist dat weg te doen. Ik kon me daar toen niks bij voorstellen.
Tegelijkertijd staat hier thuis het luchtje van mijn man na al die jaren nog steeds zichtbaar in de gang bij de spiegel. Heel, heel af en toe spuiten mijn dochter en ik er nog even wat van in de rondte. In het begin deden we dat vaker.
Ik herinner me hoe mijn meisje – 6 jaar oud – in een café haar sjaal bij een wildvreemde onder de neus schoof en zei: “Mijn papa is overleden en dit is zijn geurtje, wil je hem ruiken?” De liefdevolle aandacht die ze kreeg van die onbekende vrouw, die zich niet liet afschrikken door zoveel onverwachte openheid, maar mijn meisje echt even zag. Mijn stille tranen twee tafeltjes verder.
Zojuist kwam ze de trap af met haar slaaphoofd, in dat ene overhemd waarin ik haar vader het mooist vond. Ze slaapt er al jaren in, een steeds korter wordend jurkje voor haar. En hierin vind ik haar het allermooist.

Melanique Bruggink – Nieuwegein
www.brugginkmassage.nl
Mijn vader ligt op zijn bed midden in de kamer. Ik waak hier, wachtend op het moment dat jij wakker wordt, want de euthanasiepapieren moeten nog door jou getekend worden. Ondertussen loop ik doelloos door de kamer in een voor mij onbekend appartement. Wij zijn niet close en ik kom hier niet graag. Daarom loop ik op mijn tenen door de kamer. Voorzichtig haal ik een boek uit de boekenkast en dan vind ik ook fotoboeken. Van jou van vroeger. Best een knappe man, avontuurlijk met de Papoea’s in Nieuw-Guinea en met verkleedpartijen op feestjes. Met mijn moeder aan het verlovingsdiner, en later met mij als baby. Wat jammer dat wij elkaar in het leven volledig zijn kwijtgeraakt. Wie ben jij? mijmer ik. Ik had je zo nodig tijdens mijn echtscheiding. In gedachten vraag ik je om raad en daad, maar hardop uitspreken durf ik dat niet. Ik voel jouw oordeel en daarmee ook de pijn van jouw eigen scheiding met mijn moeder. Nu in de rust van de slaap vraag ik je uit over jouw verborgen verleden. Omkijkend naar de roerloze man in het bed besef ik dat jij niet meer wakker wordt. Ik neem afscheid van jou en van al mijn verlangens naar een vader en ik zing zachtjes in mijzelf: Ik heb stiekem met je gedanst, ik hoop dat je het leuk vond.

Birgit van de Weijer – Den Haag
www.losjesinbalans.nl