Het heeft met denken niets te maken

Gepubliceerd op


We zitten op een rustig terras aan het water, afgelopen zomer. We drinken koffie. Ik heb haar lang niet gezien. Het is fijn om bij te praten. En ergens op een moment, blikken we terug op de tijd dat we elkaar leerden kennen.

Aan dat begin van ons contact, stierf in hele korte tijd mijn man. Nu bijna 10 jaar geleden. Ze heeft mijn eerste rauwe pijn van dichtbij meegemaakt. 

‘Denk je er nog vaak aan?’ vraagt ze ineens. 

Ik voel het branden in mijn keel, alsof hij een beetje wordt dichtgeknepen. De tijd tussen haar vraag en mijn reactie isongetwijfeld kort, maar voelt als een oneindig niemandsland. Het zet me even helemaal stil. 

Het is een lastige vraag, hij klopt niet en verwart me. Hij lijkt niet te beantwoorden.

Het is er. Hij is er. Vanzelfsprekend in mij aanwezig. Altijd. Verweven met mijn leven. Marcel, zijn dood én onze liefde reizen voor altijd met me mee. Met denken heeft dat niets te maken.

Het is moeilijk hierover te schrijven, net of de vraag niet gesteld had mogen worden. Of het een aanval zou zijn op mijn vriendin,  die hem puur vanuit liefdevolle belangstelling aan me heeft gesteld. 

Dat is het niet. 10 jaar is lang. De vraag is niet gek en in elk geval goed bedoeld. Maar hij confronteert me weer met hoe nauw het luistert in het land van rouw. Want iets in de vraag raakt me enorm.     Hij impliceert haast dat er een tijd zou moeten komen dat je er niet meer vaak aan denkt. Dat het beter is als je het achter je hebt gelaten. Dat de tijd alle wonden heelt. 

En mijn geraaktheid gaat ook over de kloof tussen mij en de ander. De eenzaamheid die deze vraag me geeft. De onmacht die ik ervaar als ik niet goed uitgelegd krijg wat het bij me oproept. Vanuit mijn sterke behoefte aan verbinding wil ik het liefst altijd maar begrijpen en begrepen worden. 

‘Denk je er nog vaak aan?’ Wat de vraag in mij losmaakt laat zich lastig in woorden vangen.

Misschien is het nog wel het meest dat denken iets van het hoofd is. Rouw en gemis behoren vooral toe aan het hart en het lijf. Daar hoef je niet vaak aan te denken om het toch voor altijd dichtbij te voelen.

Melanique Bruggink
Deel dit blog