‘Dat ik optimistischer ben geworden is de erfenis van Maarten’
Gepubliceerd op
Melanique Bruggink interviewt Anouk (43 jr).
Anouk vertelt over het plotselinge overlijden van haar man Maarten, nu 8 maanden geleden. Samen hebben zij 3 kinderen van 13, 9 en 7 jaar.
Wil je iets vertellen over Maarten en jullie relatie?
Maarten en ik studeerden allebei theaterwetenschappen. Hij kwam altijd- met zijn 1.97 meter lang- op skeelers naar de opleiding. Hij viel me op. Ik zei tegen mijn huisgenoten: ‘Die Maarten, die vind ik zo leuk, daar gaat nog eens iets mee gebeuren’. In augustus 1997 gingen we met een groep naar het Lowlands festival en hebben Maarten en ik een hele avond met elkaar doorgebracht. De vonk sloeg over. Drie maanden later vroeg hij me ten huwelijk. Maarten zei altijd tegen mij, over onze liefde: ‘Ik wist al dat jij het was, alleen had ik je nog niet ontmoet’. Het zat vanaf het begin helemaal goed. Ik wist met jou wil ik kindjes krijgen en oud worden.
In de afgelopen jaren was Maarten heel druk als directeur van een theaterproductiebedrijf. Hij was heel bevlogen over het werk en ging ook veel naar het buitenland. Ik deed de opleiding tot massagetherapeut aan de HOLOS Academie. Maarten steunde me daar heel erg in. Hij geloofde dat dat mijn weg was. Hij zorgde voor het geld en ik was de moederkloek, zorgde voor de kinderen. Toch was Maarten ook een echte gezinsman. Hij was een trotse vader. Hij haalde veel voldoening uit onze weekenden samen. Lekker in de tuin een vuurtje maken, met elkaar gezellig koken en bijvoorbeeld op zondagavond mensen uitnodigen om kip te komen eten. Maarten was sowieso een enorme levensgenieter, hij maakte van het hele leven een feestje. Hij wist goed hoe dat moest. Hij hield niet alleen van eten, maar ook van lekker drinken, dansen en veel mensen om hem heen.
Kun je iets vertellen over je verlieservaring ?
In juni 2018 zijn we met hele gezin naar het Oerolfestival geweest. Het was heel warm weer. Daar hield Maarten altijd erg van, maar nu kon hij er niet tegen. Hij kreeg veel last van pijn in zijn hoofd. In de week na Oerol- een week voor het mis ging met hem- waren we veel met elkaar. We liepen met de jongste kinderen mee met de avondvierdaagse. We gingen met onze oudste zoon naar een concert van Ed Sheeran in Maartens Ajax-stadion. Op zaterdag gingen we mee met het afzwemmen van onze dochter. Die dag ging het niet goed met Maarten. Hij had het de avond ervoor laat gemaakt en veel gedronken. Eenmaal thuis ging hij ondanks het prachtige weer binnen op de bank liggen. Hij at niet mee en ging vroeg naar bed. Die nacht ging het mis, hij werd heel onrustig en viel uiteindelijk uit bed. Zijn rechterarm voelde gek. Otis- onze middelste- was wakker, hij kreeg alles mee. Ik heb Maartens broer gebeld, die kwam direct. En kort daarna hebben we 112 gebeld. De ambulancebroeders namen hem mee naar het ziekenhuis. Maarten had een scheurtje in de halsslagader. De eerste 24 uur zouden cruciaal zijn. Op maandag is hij overleden, nadat hij in coma was geraakt en er op een scan in de hersenstam een nieuwe bloeding was geconstateerd. Ik was te laat in het ziekenhuis. Ik heb er eerst veel verdriet van gehad dat ik er niet bij was toen hij stierf. Nu besef ik dat Maarten dan een enorme strijd had moeten leveren, want hij had niet bij me weg willen gaan. Dat was niet mogelijk geweest. Hij lag er rustig bij toen ik aankwam. Ik heb er nu vrede mee dat ik er niet bij was.
Ik vind het nog steeds ongelofelijk dat zo’n levenslustig mens er van het ene op andere moment niet meer is. Toch is daar ook een andere kant: Het is ook hoe hij leefde- all the way- geen half werk. Hoe was het geweest als hij in een comateuze toestand er nog zou zijn maar toch ook niet zou zijn? Wat had dat ook voor ons als gezin betekend? In die zin is het ergens een zegen dat hij zo gegaan is.
Maarten heeft geleefd alsof hij honderd jaar is geworden. Hij heeft alles uit het leven gehaald. Altijd alles aanpakken, overal bij zijn. Een heel positief en enthousiast mens.
Hoe reageert/reageerde je lichaam op dit verlies?
Ik kan heel veel voelen in mijn lijf van het verlies. Dat heb ik ook wel geleerd, om contact te maken met wat ik fysiek ervaar. Ik heb zo af en aan pijn in het gebied rond mijn hart. En dan vooral achter, tussen mijn schouderbladen. Echte hartepijn.
De eerste maanden was het verdriet een fysiek gevoel van een bel in mijn buik die groter was dan ikzelf. Het beeld dat ik daar bij had: Als die bel zou worden aangeraakt dan zou het als een soort zeepbel kapot ploffen en dan zou ik overspoeld worden.
Ik ben ontzettend moe geweest en dat is nog wel vaak zo. Maar zo kapot en bekaf als de eerste maanden is het niet meer. Ik was te moe om in te kunnen slapen. Een moeheid die zo erg is dat ik hem eigenlijk niet kan omschrijven.
Is er iets wat je heeft bemoedigd rondom deze ervaring? Of dat jou nu nog bemoedigt?
Ik ben zelf veranderd, dat bemoedigt. Ik was die eerste dagen na het overlijden heel helder. Ik kon zonder twijfel besluiten nemen over de uitvaart. Dat is wonderlijk omdat ik altijd dacht dat ik zo’n piekeraar was, die pas na wikken en wegen tot een besluit kon komen. Maar dat was helemaal niet zo. En eigenlijk is die helderheid wel gebleven. De dood is dichtbij gekomen, alle tierelantijntjes vallen weg, het wordt duidelijk wat wel en niet belangrijk is. Het gaat om nu, want het kan zo maar voorbij zijn.
Ik ben altijd een zwartkijker geweest. Ik zag de obstakels, de beren op de weg. Dat ik optimistischer ben geworden is de erfenis van Maarten. Hij dacht altijd in mogelijkheden. Het lijkt wel alsof dat in me is gevaren. Ik ben ook direct na zijn dood dingen gaan aanpakken. Gelijk met de kinderen op vakantie, waarvan ik nu denk: Hoe heb ik dat gedaan? Maar het was naast het verdriet en gemis ook heel fijn. Ik zoek een balans tussen het grote verdriet en gemis en de liefde en rijkdom van wat Maarten en ik samen hebben gecreëerd.
Wat me ook heeft bemoedigd is de grote kring mensen op de uitvaart. Allemaal mensen die zijn aangeraakt door Maarten. Zij zijn er nu nog steeds voor ons. ‘Wie goed doet goed ontmoet’ zeg ik vaak tegen de kinderen. Dat heb ik zelf ook van huis uit meegekregen. Maarten en ik hebben het altijd goed gehad met elkaar en de kinderen en de mensen om ons heen. Nu krijg ik dat als steun terug. Dat hele positieve wat Maarten altijd voorleefde, blijft bij mij en bij zoveel andere mensen. Hij is overal, zoiets.
In bemoedigt zit het woord moed. Ik voel me ook wel moedig: moedig voorwaarts. Ik heb Maarten wel eens gezegd laat mij maar eerder doodgaan, ik weet niet hoe dat moet zonder jou. En nu voel ik aan alles: Ik kan dit. Nathan vroeg een dag na Maartens dood : “Mama kunnen wij dit wel?” En ik zei: “Schatje, we doen het al”.
Is er nog iets dat je zou willen vertellen?
Ik wilde dit interview graag doen als eerbetoon aan Maarten. Aan de levensgenieter die hij was. We waren dikke maatjes en heel erg blij met elkaar. Zijn overlijden heeft bij mij het besef blootgelegd hoe rijk ik ben en dat ik daar volop van wil genieten. Sommige contacten zijn nog hechter geworden. Ik zie hem terug in onze prachtige kinderen. Bij het graf voel ik Maarten het dichtst bij me. Ik heb er een paal van 1.97 m laten plaatsen en als ik die vastpak is het net of hij weer even naast me staat